Het oorspronkelijke (Griekse) woord betekent: ‘vergadering van opgeroepenen’, dus een gemeenschap van mensen die geestelijk van het koninkrijk van de wereld overgestapt zijn naar het koninkrijk van God.
De Bijbel noemt de gemeente het Lichaam van Christus, waarvan Jezus het Hoofd is. Het is dus een organisme van mensen die zich aan God overgegeven heeft en door Jezus geleid wordt. Maar in een plaatselijke kerk kom je natuurlijk van alles tegen, waaronder mensen die meer van God willen weten voordat ze de stap nemen om zich definitief aan God over te geven. Dus iedereen is welkom!
De apostel Paulus zegt dat we niet van de onderlinge samenkomsten weg moeten blijven. En dat is een goede raad. En waarom zou je er trouwens ook wegblijven? In de gemeente kunnen we elkaar bemoedigen, elkaar helpen, van elkaar leren. Samen vorm je een team.
Jezus zegt: Waar 2 of 3 mensen in mijn naam bij elkaar zijn, daar ben Ik in het midden. En dat merk je. God is een levende God.
Verder zegt Hij: Waar 2 of 3 mensen samen iets van God verlangen, die zullen het ontvangen.
Als mensen samenkomen om God te aanbidden en van Hem te leren en te ontvangen en er is werkelijk openheid en verwachting, dan gebeurt er ook wat, dan wordt God ervaren. Wel verlangt God dat er onderling liefde is, dat is naast geloof zelfs het belangrijkste (gelukkig).
De apostel Paulus zegt dat we allemaal, als we samenkomen, iets van Gods Geest ontvangen om de anderen op te kunnen bouwen. Dus het is niet de bedoeling dat een bijeenkomst een aflopen van riten en religieuze handelingen is, een soort “onemanshow” door de dominee of pastoor.
De eerste christenen kwamen trouwens iedere dag samen en deelden alles samen. Zover zijn we nog niet….